Teksten en Poëzie

op het pad der liefde is er geen rode loper nodig...

1 November

 

In een regenbui van bladeren,
dans ik mee met de wind,
troost ik, beroof ik, mensen van hun verdriet.
De zon laat ik schijnen op de gouden letters van deze stenen vallei.
De dood kent minder geheimen,
dan het leven dat brand in jou en mij.


MPK

 

Ik was zes,
Een kleuter weken van huis weg.
Geen zussen, geen moeder, mijn vader in maanden niet gezien.
Kinderen die huilen, schreeuwen en vechten.
Dodengeuren die de koude gangen bederven.
Een labyrint aan namen, deuren en ruimtes zonder ramen.
Mensen met schorten tikkend met pennen op klemborden.
Ze geven je een snoepje, elke dag weer.
Grenadine met yoghurt, keer op keer.
Zes maanden lang elke vrijdag het liedje,
Een warme hand op mijn schouder met het woordje dag liefje.
Samen dwalen door de gangen op zoek naar een uitweg.
Die we maanden na maanden herhaalde,
Zonder doel en zonder uitleg.

1000 tranen

 

Al brak de hemel en vielen er 1000 tranen we wisten wat grijs was weer kleur te maken


Nu je er niet meer bent...

 

We bleven ontkennen dat de wereld verandert was,
Sinds die dag…
Die zwarte koude lege dag.
we bezochten je graf, en ontkende dat jij het was.
bleven kaartjes schrijven, niet toegeven, het niet willen.
Dagen werden maanden,
En zo werd dit een jaar.
Ik kan je nu vertellen,
Dat de dood me niet weerhoud, je dag na dag te zeggen…
“ik hou van jou”.

Geef mij

 

Geef mij een pen en ik zal schrijven,
Geef mij een potlood en ik teken de wereld voor jou.
Geef mij muziek en ik zal luisteren.
Poëzie, en een blok klei.
Maar vraag mijn lichaam niet mijn hart en hoofd te forceren.
Want dan kruip ik de schaduw in en kom er niet vlug uit.
Ik ben expressief met mijn talenten. Ik ben een stormloop aan creativiteit


Stilte

 

Stilte,

 

Zwarte lege stilte,

 

Omvangrijk in onmeetbare lengtes en breedtes.

 

Stilte,

 

Oorverdovende stilte, geen zuchtje geen kuchje, de immense dood.

 

Vluchtend, vluchtend voor de stilte die de mens zelf gecreëerd heeft.

 

Straten zonder namen, huizen zonder ramen, huize zonder gezin.

Stilte,

 

Doodse stilte in een wereld zonder een levende ziel.

 

lijnen

 

er zijn lijnen gevormd uit angst, woede, verdriet.
Gekribbeld, gekrast, gewist en hertekend.
Er zijn er gekleurde geweest en zo zwart als pek.
Soms hebben ze liefde gekend en gepronkt aan witte wande,
of zijn ze vergeten geraakt op zolder.
Maar iedere lijn die ooit getekend is, heeft een betekenis.


Vreemde in eigen paradijs

De bomen staan er net nog zo,
De zon die brand het zelfde.
Het padje met kiezels met kruide er rond bakent nog steeds het zelfde wegje.
En toch voel ik mij een vreemde,
Een vreemde in eigen paradijs.
Het is alsof de bomen hun bladeren verliezen,
En de zon steeds minder brand.
Het padje met kiezels is steeds meer met onkruid bezaaid,
en het vervormd van richting.
de richting naar de uitgang.
als een vreemde in eigen paradijs volg ik de weg naar de uitgang.
Met de keuze rechtdoor of naar rechts,
een zoektocht naar mijn nieuw paradijs.

Groei en ik groeide

 

groei en ik groeide,
leer en ik leerde,
leef en ik leefde,
denk en ik dacht,
zo is mijn leven,
grenzen verleggen op mijn strepen staan.
want wie had ooit gedacht dat wat ik dacht ook echt was.


Het kleine mannetje

 

Het kleine mannetje nam zijn koffers, en zei "je ziet me nooit meer terug".
Ik moest er wel mee lachen, ik dacht "wat is me dat voor een klucht".
Nu is het kleine mannetje op mijn schouder al een poosje verdwenen. en die stilte in mijn hoofd die gaat me niet vervelen.

ik was...

 

Ik was een vogel die nooit vliegen kon.
Die altijd viel bij de eerste storm.
Meermaals mijn hart, mijn vleugels en snavel gebroken.
Maar nooit gaf ik op.
Ik heb doelen verlegt grenzen overschreden.
mensen gekwetst maar ook aanbeden.
Ik heb getierd, gebruld maar ook gefluisterd.
Ik heb mezelf hervormd meerderen wegen doorkruist.
Tot ik eindelijk stond op de plek waar ik nu sta.
Van een zaadje tot een boom,
Van een zwak vogeltje tot een zwaluw.


Vandaag ben ik

 

Vandaag ben ik klein, klein zo klein als een mier.
Niet zo klein dat je me niet meer ziet,
Gewoon klein, de wereld zo groot.
Een boom zo hoog het water dieper dan diep.
Zo klein als een zandkorrel,
Zo groot als een droom, zo val ik inslaap.
Op reis naar de bewoonde wereld.
Daar waar ik groter ben, groter dan klein en kleiner dan groot.
Daar waar de bomen groot zijn, zo groot als normaal.
En het water een plasje is in deze grote oceaan.
Vandaag was ik klein, in deze onbewoonde wereld.
Daar waar alles zorgeloos is en men met fouten kan leven.
Zo eindigt het verhaal van een korrel tot een reus.
Levend in zijn eigen wereld genaamd “een droom”.

Mag ik?

 

 Zal ik nog een eindje met je meelopen in het diepste van deze nacht?

Gewoon om met jou te praten te fluisteren als het mag.

 

Zal ik nog een eindje met je lopen langs het water als het kan

Dromen van wat

komen gaat

 

en van wat geweest is.

 

Mag ik een eindje met je meelopen,

 

In het holst van deze nacht.

 

Dan fluister ik diep in je oren…

 

 Liefje slaap- zacht.

 


tijdelijke context

 

We zijn op de wereld gekomen,
Geboren en geborgen in moeders schoot.
We werden omarmd met liefde vervult van warmte,
Voorbereid voor deze maatschappij.
We kunnen huizen bouwen en afbreken
We kunnen wat dood was tot leven wekken.
En de mens kan zelfs vliegen.
privé is niet privé meer en rust is het zelfde woord als dood.
We hebben het geloof geëerd en de rug toegekeerd.
We zijn gereisd naar de maan.
En toch is er iets wat ik nog altijd niet kan.
Honderd procent geloven in de mens.
We moorden en bedriegen.
Vernederen iedereen in het openbaar.
En wat de mens hun wil is zal wet zijn zo gaat het al eeuwen lang.
We zijn op de wereld gekomen,
Geboren en geborgen in moeders schoot.
We werden omarmd en vervult van liefde.
Dat was de tijdelijke context.

Als ik sterven zal in moeders schoot op aarde

 

als ik sterven zal in moeders schoot op aarde,
mijn lichaam niet meer een is met mijn ziel.
dan zit ik gevangen in vroeg nu nog later.
dan zit ik gevangen in een levenloze ziel
mijn karkas zal de aarde dan bewaren en mijn herinneringen die leven voort in mijn kunst.
ik zal geen oorlog nog vrede voort beamen.
ik zal de kleur omruilen voor een leegte zonder licht.
als ik sterven zal in moeders schoot op aarde,
misschien vandaag over een jaar of een eeuw.
dan weet ik dat mijn plek vervangen word en mijn kunst zal vervagen.
maar tot dan blijf ik de drager van dit lichaam en de ziel.
want ik bemin de bloemen en de dagen,
de geuren de landen en muziek.
en ik geef de aarde wat ik kan dragen.
mijn liefde voor woord voor beeld en de melodie.


Een stem

 

Een stem,
Van duizend woorden,
Van zoveel verhalen,
Soms luchtig soms zwaar.
Een stem,
Gebonden aan een mond, een mens, een taal een mens.
Een mens die nog niet alles kon verwoorden,
Vastgebonden aan de onzekerheid,
Zo veel geluk en zo veel spijt.
zijn stem,
Gebonden aan zo veel gedachten, aan een verleden, aan een emotie van het moment.
zijn stem,
Slaaf van de woorden, de zinnen die het voorgeschoteld krijgt.
Een stem,
Mijn stem,
Mijn persoonlijkheid,
Mijn ultiemste wapen.
De stem.

Vleugels versie 2

 

Als ik val,
Mijn vleugels gebroken zijn.
Als ik niet meer vliegen kan.
Mezelf verloren ben.
Heel mij dan,
Geef mij dan de liefde die ik mis.

Als ik val,
Mijn vleugels gebroken zijn.
Als ik niet meer vliegen kan
Heel mij dan, bemin mij en leer me terug vliegen.
zodat ik de zon weer zie,
en de wint voel op mijn huid.

als ik morgen val,
mijn vleugels gebroken zijn.
dan weet ik dat jij mij vangt,
omdat wij twee gelijken zijn.


Vleugels
Als ik val,
Mijn vleugels gebroken zijn.
Als ik niet meer vliegen kan.
Mezelf verloren voel.
Heel mij dan,
Geef mij dan de liefde die ik mis.
Als ik val,
Mijn vleugels gebroken zijn.
Als ik niet meer vliegen kan
Heel mij dan bemin mij en leer me terug vliegen.

zij

 

ze zat daar nonchalant met haar voeten in het zand
te luisteren naar de vogel die lofzang zongen naar de wolken
en met de zon op haar huid zakte ze in het gras onderuit.
te dromen over de wolken en hoe ze daar toch zou kunnen komen.
als ze maar even een vogel kon zijn nog jong en vrij.
dan zou ze kunnen komen waar wij als mens maar enkel van kunnen dromen


Het is tijd...

het is tijd voor vernieuwing
of het is tijd om te gaan.
net zoals zomers komen zullen ze ook weer gaan.
het is tijd voor verandering.
een nieuwe kijk met een nieuwe visie.
het is groeien en bloeien.
of ter plaatsen blijven staan.

Bloesemboom

 

De bloesemboom,

De roze bloesemboom,

Bloesems zo mooi,

De wind ze waait ze blaast en kraakt.

Ze breekt de takken en brengt haar de verwelking cadeau.

Bloesems vallend richting de aarde.

Zacht zo treurig en monotoon,

De aarde bezaait met blaadjes zo roos als pastel.

net alsof het gevallen engelen zijn stervend na dood.

De bloesemboom,

Ze vond de kracht om te herleven.

 maar de hemel en aarde wilde niet meer.

Foto's

 

In mijn moeders armen,

Op het ziekenbed op mijn geboorten plek.

Daar waar de tijd is blijven stilstaan.

Daar waar niemand ouder word.

Ik voor altijd in mijn roze kleertjes.

Ik voor altijd de jongste thuis.

 

En daar zijn mijn grootvaders,

Wat lijk ik net op hen.

Bijna even oud bijna even jong.

Wat als ze nu eens konden spreken

Wat als hun portretten niet stil konden staan.

Niet meer gevangen in een fotoboek,

Niet meer gevangen in een kader.

 

Foto’s op mijn tafel foto’s aan mijn wand.

Ze vertellen mij over vroeger en ik hun over later,

Foto’s gevangen in geschiedenis.

Portretten van gemis.

 


Bloemen groeien ook onder de schaduw van een boom.

Mijn Brussel

 

Mijn Brussel,
Mijn land,
Waar terreur ons wil vermoorden,
Daar wappert de Europese fiere vlag tussen al de doden en gewonden.
Mijn land mijn fiere vaderland,
Ons zal men echt nooit breken.
Al bloed ons hart ons grote mensen hart.
Wij Belgen zullen dit ook weer herleven.


Datgene wat ik nooit beminde, heeft mij toch het verst gebracht.

 

 

 

dat waarvan ik de waarde nooit kende

heeft mij gemaakt tot wie ik nu ben.


Zoals bloemen bloeien in de zomer, zo zal jij blijven bloeien één leven lang.

De dag erna

Nu komt het tot me door,
Nu zie ik het geheel.
Ons land was even in oorlog dit voelt nog zo Irreëel.
Ons land met al zijn mensen,
Met al zijn culturen en kleur.
Wij zijn allemaal Belgen.
Niemand is minder niemand is meer.
een wereld zonder grenzen,
is het een toekomst of blijft het één droom?

Brussel

 

ik hijs de vlaggen van de wereld,
ik hijs de vlaggen van morgen.
ik vecht met liefde tegen het geweld.
ik vecht met warmte tegen de kou.
ik hijs de vlaggen,
en marcheer door de straten van ieder gebroken land.
Met als doel een nieuwe wereld een nieuwe wereld met een grenzeloos bestaan.
waar het licht de duisternis overwint.
en geloof nog enkel in het hier en nu bestaat.
ik hijs de vlaggen van de wereld,
omdat ik weet dat het kan.

50 jaar

 

50 blauwe rozen,
geplukt aan een nieuwe voordeur.
zo veel levenservaring,
vol liefde vreugde en geluk.


Menselijkheid

 

De vraagstelling van het leven,

Ligt verscholen in het grootste geheim,

Je kan ze zoeken maar nooit vinden.

Dat hoort bij het menselijke zijn.

 

Communicatie

 

Er zit ruis-heid op de communicatie,

Als mens zijn niet het streefdoel is.

zo is het leven met als zijn grenzen.

waar soms verlegging nodig is.

Een vlinder

 

Er leeft een vlinder in mij.
Die de wereld wil verkennen.
Die gevangen zit in zijn cocon.
Die geen grenzen kan verleggen.
Er leeft een vlinder in mij.
Een vlinder zonder vleugels.
Die bang is voor de realiteit.
Maar toch gelukkig nog kan dromen.
Er leeft een rupsje in mij.
Een vlinder in wording.
Een vlinder die ooit vliegen zal.
met de vleugels van Agia .


Mijn vriendin ( ik mis je )

 

ik mis je,

ook na al die maanden

na al die mooie herinneringen,

na al die mooie tijd

ik mis je,

ik mis je,

kon je mij maar eens bezoeken

en  mij vertellen hoe het met jou gaat,

zodat je mij ook kunt vertellen

hoe hard je mij misschien ook mist

het leven is hetzelfde gebleven

winters zijn gekomen en gegaan

de wereld is blijven draaien

ze is blijven draaien zonder jou

je plekje is nog niet vergeten,

ze maakt deel uit van onze geschiedenis

ik bewaar je in mijn herinneringen

en bemin je zoals een bij één bloem bemind

mijn vriendin

mijn tweede moeder

mijn heldin...

 

Tante Magda

Ik heb jou verwaarloost

 

Ik heb jou  verwaarloost

Jou bloemen jou aarde jou  licht

Ik heb je verwaarloost maar nooit vergeten.

Mijn wereldje met het  zo mooie plein.

De rivieren van limonade,

De ruïnes van een oude tijd.

De monumenten van onze vrienden.

Ik heb jou verwaarloost,

Jou kleuren en muziek.

Verwaarloost en vernedert,

Maar jou vergeten doe ik niet.



Restje oude liefde

 

één restje oude liefde,

In een oude koekendoos.

Bewaard voor het geslacht van later,

Bewaard voor na mijn dood.

Één  restje oude liefde,

Nu al wat jaartjes oud,

Die bewaar ik voor de nieuwe liefdes,

Die ik ooit beschrijven zal.

De zee

 

De zee,

Het zoute water van de zee.

Haar verhalen zo liefdevol en haat dragend.

De grens,

tussen haar en moeder aarde,

De aantrekkingskracht tussen land en zee.

Het water,

Het zoute helende verwoestende water,

Ze neemt onze verhalen met zich mee.

bewaard ze in haar golven terug op weg naar onze haven,

de zee haar strand,

de zoute zee…


Daar waarover ik gevallen ben daarvan ben ik het meeste van gaan houden.

Vogeltje in de lucht

 

Vogeltje in de lucht,

Vogeltje op weg naar de zon,

Ken jij soms de hemel?

Ben je er ooit al geweest?

Leven er echt mensen daar boven?

En is er echt vrede en rust?

Vogeltje in de lucht neem je deze brief mee op jou vlucht?

Moest je dan misschien de hemel even passeren,

Breng je dan een antwoord voor mij terug?

Vogeltje in de lucht op reis naar de zon.

Danku

Een stem

 

Één stem,

van duizend woorden,

Van zoveel verhalen,

Soms luchtig  soms zwaar.

 

Één stem,

Gebonden aan één mond, één mens, één taal.

 

Één mens,

Die nog niet alles kon verwoorden,

Vastgebonden aan de onzekerheid,

Zo veel geluk en zo veel spijt.

 

zijn stem,

Gebonden aan zo veel gedachten, aan een verleden, aan één emotie van het moment.

 

zijn stem,

Slaaf van de woorden, de zinnen die het voorgeschoteld krijgt.

 

Één stem,

Mijn stem,

Mijn persoonlijkheid,

Mijn ultiemste wapen.

De stem.


Kleine beetjes

 

kleine beetjes ik,

kleine beetjes jij,

kleine beetjes meer en ook wat kleine beetjes minder,

kleine stukjes meer van dit,

en kleine stukjes meer van dat.

zodat alles wat kleur geeft,

met warmte leeft en bloeit,

en liefde mag omarmen,

elke dag stukjes meer en meer.

Er is één plek

 

Er is één plek waar rivieren tegen de stroom opgaan,
Waar geen oorlog is,
Waar klaprozen een heel jaar bloeien.
Er is een plek waar kinderen kind kunnen zijn.
Waar de zon warmte geeft zonder meer.
Er is een plek nog onbezonnen,
Waar de mens nog nooit is geweest
Er is een plek waarvan nog nooit is gezongen of geschreven,
Er is een plek hier ver-vandaan.


Hoelang?

 

Hoelang zal het nog duren voor de dood niet dood meer is?

voor de dood weer leven is?

hoelang nog voor de hemel de wereld is?

Hoelang?

Spiegelbeeld

 

Zoals je daar zit tegenover mij,

met een blik die jij mij alleen kan geven.

Stilte omarmd jou en mij,

een immense harde stilte.

JIJ bent mijn spiegelbeeld mijn tweede ik,

voor altijd aan elkaar gekoppeld.

Mijn spiegelbeeld,

mijn spiegeltje spiegeltje aan de wand.

Wie ben ik?


één stem

 

Één stem,
van duizend woorden,
Van zoveel verhalen,
Soms luchtig soms zwaar.

Één stem,
Gebonden aan één mond, één mens, één taal.

Één mens,
Die nog niet alles kon verwoorden,
Vastgebonden aan de onzekerheid,
Zo veel geluk en zo veel spijt.

zijn stem,
Gebonden aan zo veel gedachten, aan een verleden, aan één emotie van het moment.

zijn stem,
Slaaf van de woorden, de zinnen die het voorgeschoteld krijgt.

Één stem,
Mijn stem,
Mijn persoonlijkheid,
Mijn ultiemste wapen.
De stem.

Trein

 

Het leven is als één trein,
Één trein op weg naar zijn bestemming,
Zo veel sporen zo veel keus en toch neem je de weg die voor jou gekozen is.
Je leven één trein,
Met zo veel mensen elk hun verhaal,
Sommige nemen enkele haltes eerder andere gaan verder ook als de trein zonder jou verder gaat,
Één trein op weg naar jou bestemming jou doel jou eind,
Deze trein is vertraging veroorloofd,
Want deze trein staakt nooit.
Ze rijd door op weg naar haar bestemming...


Je was

 

je was onze moeder,

kneedden ons zoals enkel een moeder dat deed,

je hebt ons zo veel geleerd,

over de goede en slechte dingen.

maar voor dit moment hadden we nooit de tijd,

het gesprek over jou afscheid. 

Tot ziens is nu vaarwel

 

De dagen ze worden nacht,

Morgen word later.

Tot ziens is nu vaarwel,

jou beeld werd een herinnering,

Zo sterk en toch zo broos.

je hebt het leven stilletjes aan verlaten,  

en  bent ontwaakt in een wereld na de deze.

ik mis je…