Proza

de liefde

 

ik heb het geluk gevonden in een korrel zout

ik heb de woestijn bewandelt

de zee van goud

en bevloog landen daar boven

boven hoog in de lucht

ik heb het geluk elke dag dichter en dichter bij mij

het is als een zomerbui op een stralende dag

je ziet het niet komen

en voelen evenmin

het is gewoon even een vonkje

een vonkje nog zo klein

die ons allen vertellen

er moet stille liefde zijn

een passie tussen twee personen

verwarmend voor ieders mensenhart

want zonder liefde hoe kan ik het anders verwoorden

dan de citaat van Toon Hermans

geen appel zou meer rijpen, zoals eens in’t paradijs.

als wij elkaar niet meer begrijpen,

dan is de wereld, koud als ijs…

als de liefde niet bestond.

dementie

 

ik ken nog mijn eigen naam,

ook al is deze moeilijk te spellen.

oud en vergeten door de maatschappij,

en toch ben ik nog zinnig,

mijn hart dat klopt..

samen met de vrienden rondom mij.

ik kan nog spreken,

enkel de woorden die je niet meer kunt verstaan.

in jouw ogen ben ik een oud kind,

maar ook ik heb een bestaan.

ik heb ook een naam,

ook al word het slechter elke dag,

vergeet niet dat ik van je houw.

ik ben een oud-persoon zonder stem,

eentje die gevoed moet worden.

alles wat ik ken,

word mij dagelijks ontnomen,

maar toch ik zing en dans,

want ik leef dag tot dag.

ik ben oud,

en vergeten door de maatschappij.

help mij,

en ook de mensen rondom mij,

want ook zij,

zijn het slachtoffer,

van de dementie,

die broed in mij.

 

mijn geest

 

je bent mijn geest in deze nacht.

je spookt door mijn gedachten,

je wil maar niet vervagen ,

nog steeds niet uit mijn dromen verdwijnen.

ik sta je hier ter plekken te verkennen,

het leven van een geest.

je bent zo koud en zo kool.

mijn geest van geweten,

laat mijn lichaam los,

laat de rust in mij keren,

mijn jeugd wil ik nooit meer beleven,

mijn dromen wil ik dromen zonder angst.

je bent mijn geest,

een mislukking,

van en door mijzelf.

 

wereld

 

wereld,

ik kon de druk niet meer aan,

altijd strijden voor mijn recht,

ik voel mij alleen in dit gevecht.

de oorlog tussen de mens,

de pesterijen,

het bloed dat kleeft op elke onschuldige hand.

ik kon het gewoon niet meer aan,

mijn verstand stopte met leven,

en mijn hart beëindigde zijn reis.

 

wereld,

sluit mijn ogen,

want ze zien niet meer.

neem mijn mooie momenten met je mee,

op deze weg,

van jou leven.

ik kon niet meer terug,

de dood was mijn uitweg,

de uitweg uit dit gevecht.

 

 

voor hen die geen uitweg meer vonden R.I.P

wie heeft mijn gezicht gestolen?

 

wie heeft mijn gezicht gestolen?

in die grote stad.

dan zou ik willen weten welke droom jij hebt gehad.

is het waar kan jij goed dansen?

zoals men mij heeft verteld.

en ben je ook geliefd bij de mensen die je kent,

om die genen waarom jij geeft.

wie heeft er mijn gezicht gestolen?

in die grote drukke stad.

kan je mij misschien vertellen,

welke waarden en wat voor ziel,

achter jou gelaat verschuilt

want mijn gelaat is ook mij ziel

en die zijn beiden zo fragiel.

wie kan het mij vertellen,

wie heeft er mijn gezicht gestolen?

in die grote Leuvense stad.


de droom ( carré )

 

ik sta op een podium,

een immens podium,

met de stilte en duisternis om mij heen.

geen publiek bespeurd mijn gedachten,

ik sta alleen op een podium,

een podium ,

een podium van de carré.

ik dans , ik zing , ik spring in het duister,

de stilte en ik zijn één.

ik vecht tegen de angsten verscholen diep in mij,

een podium met duisternis om mij heen.

er word een spot gericht op mijn,

ik hoor een stil en zacht gekuch van op de achterste rij,

maar ik dans voort.

mijn hele lichaam danst,

mijn haren in de wint,

het publiek leeft,

ik leef …

stilte ik leef!

ik dans, zing en spring,

ik voel een regen van rozen op mijn huid,

ik word gewaardeerd,

ik hoor de mensen zingen, klappen, juichen ze zijn blij.

en toch ik ontwaak en het enigste wat ik zie is …

het spook dat leeft in mij.

het brak mijn droom weer voor een dag,

hij plukte de rozen van mijn jas,

hij vervaagde mijn dromen,

de dromen van de afgelopen nacht.

maar ik zing ik dans ik leef,

zolang de dood geen toezegging op mij heeft!

 

danser

 

hij zat stil te dansen,

geen beweging zat er in,

enkel maar wat kneedbare benen en wat tenen nog misschien.

zijn woorden kon men niet horen,

zijn dans bleef ook geheim,

enkel de akkoorden,

vertel ik nu in deze rijm.

de danser kon niet dansen,

zat verscholen in de klei.

hij wilde wel gaan dansen,

maar de tijd gleed voorbij.

en na 20 jaar wachten,

was hij er eindelijk voor klaar,

maar na zijn eerste passen,

viel die helemaal uit elkaar.

zijn benen en zijn voeten,

waren het dansen niet gewaar.

dus na zijn eerste en laatste passen,

verdween hij in de vitrine voor meer dan 100 jaar.

geen mens kwam hem bezoeken,

wisten niet af van zijn bestaan.

want zonder benen en zonder voeten,

komt m’n hier niet vandaan.

dus de danser die niet kon dansen,

het beeld dat de dag nog bestaat.

staat nu in de vitrine,

voor eeuwige pracht en praal.

 


de bewondering

 

vol bewondering kijk in naar het schoon,

wat de aarde mij te bieden heeft.

een boom zo groen,

een vrouw met kind.

ik kijk naar de lucht hij is zo blauw,

de straat met volk druk omringd.

de wereld is zo wonder mooi,

als je de kleine fouten niet meer ziet.

ik kijk vol bewondering naar de wereld,

vol van liefde en creativiteit.

wat zal hij mij nog kunnen leren,

zolang ik nog te leven heb?

de dood

 

ik sta op met de dood en ik ga er ook mee slapen.
want de dood zal altijd bij ons zijn,
ik wil niet eeuwig leven,
niet eeuwig kracht putten en kracht geven.
ik wil leven heel even,
tot de dood mijn deur passeert.
want ook de mens zal god de rug toe keren,
als men weet wat de hemel is.
o dood,
ik heb vele naar u toe weten keren.

vele van mijn familie zijn de revu al gepasseerd,
en op een dag kom je mij ook tegen.
maar dood o dood,
laat mij nu nog even leven.
ik wil nog genieten van de bloemen en het gras,
van de koude mogend en de donker nacht.
ik wil nog kleur beminnen geuren proeven en geuren ruiken.
ik wil nog horen de klank van de muziek.
de vers gevalle regen proeven,
op een koude herfstdag.
want dood o dood,
ik heb nog zo vele kansen,
om te genieten van de zon.
ik wil nog kunnen dansen,
op het ritme van de trom.
en op de 4 december wil ik nog een keer verschieten,
hoe snel wel ook mijn leven gaat.

mijn wereld

 

vol bewondering kijk in naar het schoon,

wat de aarden mij te bieden heeft.

een boom zo groen,

een vrouw met kind.

ik kijk naar de lucht hij is zo blauw,

de straat met volk druk omringd.

de wereld is zo wonder mooi,

als je de kleine fouten niet meer ziet.

ik kijk vol bewondering naar de wereld,

vol van liefde en creativiteit.

wat zal hij mij nog kunnen leren,

zolang ik nog te leven heb?

( ik ) de ballerino

 

als ik dans,

ben ik een Corps de ballet.

in mijn danskleren,

mijn Ballerino outfit,

dans ik klassiek.

klassiek op muziek,

klassieke muziek.

ik voel mij een zwaan,

mooi geveerd,

en toch ook geleefd.

ik dans op muziek,

jouw muziek?

onze muziek.

ik ben een Ballerino,

een zwaan in wording,

fier en mooi geveerd.

ik ben de Corps de ballet.

de Premier danseur noble in wording!


de grafsteen

 

de dood geeft mij werk,

door het maken van een steen.

het is een mooi werk, een klein beetje sereen.

en toch wil ik het werk niet maken,

want het doet mij stilstaan bij de dood.

de dood geeft ons geen kansen,

hij neemt levens,

het is zijn recht.

ik wil niet de erkenning over deze steen,

want het is een teken van dood pijn en verdriet.

de steen van een broer een vriend een zoon en een kennis,

de koude grafsteen.

 

Dromen

 

wat als je dromen waarheid zouden zijn,

zou je ze dan leven wonder mooi, of hou je ze nog schijn?

zou het leven in je droom rozen zijn blauw of rood ?

ik kan niet beschrijven hoe ik het zou doen,

misschien leef ik de rest van men leven dan in het groen,

of ben ik een groot kunstenaar ?

maar wat zou jij doen?

zou je ook leven in het groen,

zou je de maan beschrijven als een ballon,

en de zon als een grote gong?

een droom is een beeld om na te streven,

ook al is het duister en wordt het je teveel.

droom dan de waarheid,

jouw eigen cliënteel.